Lula Pérez-Marçàginé museum
Het museum is gewijd aan de uit de streek afkomstige beeldhouwer Marcell Giné, bekend als Marçà-Giné (1918-2006) en diens vrouw Lula Pérez (1924-2004). Dit kunstenaarsechtpaar creëerde een soort beeldhouwstijl die prachtig is gemaakt maar tevens aanzet tot denken en altijd een kritische blik richt op de toekomst van de wereld en hun omgeving. Deze twee kunstenaars hebben hun eigen wereldbeeld weten te vestigen.
In het museum hangen ook schilderijen van Josep Sancho Piqué (1872-1959) en andere lokale kunstenaars zoals Amat Pellejà, Núria Estapé en Joaquim Santaló.
Op de derde verdieping is een tentoonstelling gehuisvest van archeologische overblijfselen die in het gebied zijn gevonden.
Openingstijden:
Zondagen: 11:30 - 13:30 uur
Maandag t/m zaterdag: bel voor rondleidingen, tel. (+34) 663 196 486
Meer weten...
Marçà-Giné (1918-2006)
Marçà-Giné was 29 jaar toen hij beeldhouwkunst ging studeren aan de School voor Schone Kunsten in Barcelona. Zijn leraar was Lluís Oslé, een zeer ervaren beeldhouwer met een voorliefde voor naturalisme die een onberispelijke techniek aan de dag legde en een solide oeuvre heeft opgebouwd. Na zijn opleiding in de beeldhouwkunst volgde Marçà-Giné cursussen keramiek aan de Escuela Industrial.
Vanaf 1948 deed hij regelmatig mee aan wedstrijden.
In 1951 kende de jury van de Premio Julio Antonio de la Diputación (waarin ook de kunstcriticus van "Destino", Juan Cortés, en beeldhouwer Luis Saumell zitting hadden) hem de medaille toe voor het beeldhouwwerk "Cabeza de niño” (borstbeeld van een kind).
In 1952 en 1953 ontving hij een prijs op de Nationale Tentoonstelling van Universele Kunst in Madrid.
In 1953 werd hij derde in de Provinciale wedstrijd van het Centro de Lectura in Reus met zijn werk "Segadora". In 1955 nam hij deel aan de 3e Spaans-Amerikaanse Biënnale met drie werken.
Tijdens zijn opleiding werkte Marçà-Giné voornamelijk aan twee discpilines binnen de beeldhouwkunst: anatomie en terracottawerk. In beide aspecten geeft hij blijk van een trefzekere, heldere en behendige taal. Het gebruik van terracotta (dat in vergelijking met harde materialen snel en goedkoop is) maakte zijn werk vloeiend en onafhankelijk van wie dan ook, een van de meest bijzondere, verrassende en suggestieve kenmerken. Naast deze talenten was hij ook goed in het analyseren van de kwaliteiten en vormen van onbewerkt materiaal. Zijn werken (doorgaans van klein formaat), die hij "bevindingen" noemt, zijn ingevingen waaruit zowel scherpzinnigheid als improvisatie blijken.
Josep Sancho Piqué (1872-1959)
Op zeventienjarige leeftijd schreef hij zich in aan de School voor Schone Kunsten in Barcelona. Hij was een leerling van Joaquim Mir en Isidre Nonell. Hij gaat werken in de studio van Lluís Graner. In 1896 exposeerde hij in de Sala Parés en in de jaren daarna was zijn werk te zien in verschillende nationale tentoonstellingen in Barcelona.
In Tarragona opende hij een tekenschool (1915). Van 1936 tot 1939 wijdde hij zich aan een serie tekeningen die refereerden aan de oorlog. Daarbij richtte hij zich met name op anekdotische onderwerpen en portretten. Zijn composities, die binnen de academische kunst vallen, zijn beroemd. Hij beheerste het tekenen met potlood, pastel en houtskool.